Solderen maakt gebruik van een metaallegering met een laag smeltpunt om twee onedele metalen te verbinden. Aangezien dit proces de chemische samenstelling van de basismetalen verandert, is het nuttig om te weten welke metalen werken zonder speciale aandacht.
Basismetalen
Terwijl zilver, brons, koper, messing en sommige staalsoorten op zichzelf sterke chemische en fysische bindingen vormen, vereisen metalen zoals hooggelegeerd staal, gietijzer, aluminium en titanium vaak een legering met een hoger smeltpunt.
Zacht versus hard soldeer
Zacht soldeer gebruikt een metaal met een laag smeltpunt (meestal lood of tin) om het beter beheersbaar te maken ten koste van een zwakkere binding; Hard soldeer vereist vloeimiddel maar vormt een veel sterkere binding vanwege het hogere smeltpunt.
Waarom flux?
Flux voorkomt dat de onedele metalen oxideren tijdens het soldeerproces.
Speciaal soldeer
De meest voorkomende verkopers zijn legeringen van lood en tin, die zeer moeilijk te gebruiken zijn met geoxideerde metalen; andere zijn speciaal geformuleerd voor gebruik met deze metalen (staal en aluminium).
Soldeer afvegen
Veegveilers zijn vloeibaarder, waardoor ze gemakkelijker te manipuleren zijn. Kabelspoelsoldeer heeft het hoogste tingehalte, wat een sterkere binding oplevert dan solide veegsolders.