Dominic Currie, 58, uit Kircaldy, Schotland, was zijn zolder aan het opruimen toen hij een opgerold canvas uit een oude koffer trok.
"We moesten het open plagen omdat het al tientallen jaren was opgerold, " vertelde Currie aan Fife Today. "We begonnen er serieus naar te kijken en waren absoluut met stomheid geslagen. Het was een bizar, surrealistisch moment."
Het olieverfschilderij bevatte een opvallende handtekening in de rechteronderhoek: Picasso.
De koffer, die ooit toebehoorde aan Currie's moeder, Annette, bevatte ook handtassen, reispapieren, kleding, Russisch geld en een foto van een man in militaire kleding. Currie, wiens grootouders hem opvoedden, was opgegroeid met het geloof dat zijn moeder zijn zus was. Pas in de late jaren '80 leerde hij de waarheid kennen. Toen, twee jaar voor haar dood in 2000, onthulde Currie's moeder dat de biologische vader van Dominic Nicolai Vladimirovich was, een Sovjet-soldaat die ze tijdens haar vakantie in Polen op 19-jarige leeftijd had ontmoet.
Currie's moeder onthulde ook dat haar geliefde haar een waardevol schilderij had gegeven tijdens een van hun volgende reünies. Nicolai had gehoopt dat ze het zou verkopen - zijn manier om financiële steun te bieden aan zijn zoontje. Currie geloofde het verhaal niet volledig totdat hij het canvas voor zichzelf vond.
"Misschien legde de Rus uit wat het was, maar toen ze ernaar keek, dacht ze dat het het lelijkste was dat ze in haar leven had gezien, " vertelde Currie aan de krant, eraan toevoegend dat hij niet dacht dat zijn moeder thuis was in de kunstwereld. "Dat gezegd hebbende, heeft ze het nooit weggegooid."
Currie wacht momenteel op de resultaten van een beoordeling door experts in het veilinghuis van Christie. Als het kunstwerk legitiem blijkt te zijn, is hij van plan het te veilen. De laatste Picasso die werd verkocht bij Christie's, Les Femmes d'Alger, ging voor een recordbedrag van $ 179 miljoen.
Lees het volledige verhaal vandaag op Fife.
